Hoe krijgen we meer groen tussen het grijs? Dat is meer dan ooit een actuele vraag. Het fonds wil graag een bijdrage leveren aan kennis die antwoorden geeft. Daarmee kunnen overheden in de openbare ruimte de juiste balans vinden tussen groen en grijs. Maar de vraag is zo nieuw, dat het fonds eerst een verkenning laat uitvoeren. Daarvoor is een ervaren grijs-groen-combinatie ingeschakeld: Ceciel van Iperen en Hans Haak van ingenieursbureau RoyalHaskoningDHV.
Stellen jullie elkaar eens voor?
Ceciel: “Hans heeft een achtergrond in de civiele techniek en werkt hier sinds het begin van zijn loopbaan in 1989. Eerst vooral als adviseur verhardingen en wegbeheer, grijs dus. In de loop van de tijd werd hij steeds meer coach en facilitator en vooral geïnteresseerd in de ‘menskant’ van de organisatie.”
Hans: “Ceciel is aan de Wageningen Universiteit afgestudeerd als landschapsarchitect, en heeft meer dan dertig jaar ervaring bij CROW en enkele adviesbureaus. Daar werkte zij onder meer als adviseur groenbeheer- en beleid.”
Hoe werken jullie samen?
Ceciel: “Een van de afdelingen binnen ons bedrijf is de adviesgroep ’regionale ontwikkeling en infrastructuur’. Daar zijn wij directe collega’s. We zijn allebei adviseur Assetmanagement Openbare Ruimte.”
Hans: “We werken in verschillende projecten samen. In adviesprojecten komen vrijwel altijd verschillende disciplines samen. En zulke projecten gaan over de openbare ruimte als geheel. Dan heb je zowel ‘grijze’ als ‘groene’ inbreng nodig. Daar vullen we elkaar goed aan gezien onze achtergrond.”
Wat houdt de verkenning van het deelthema Duurzaam Groen in?
Ceciel: “Laat ik eerst het belang schetsen. Het thema speelt een cruciale rol bij de grote opgaven in de openbare ruimte: klimaatadaptatie, biodiversiteit en gezondheid. Om toekomstbewust te werk te gaan, hebben overheden kennis nodig om groen op een duurzame manier in te zetten en het zo goed mogelijk te combineren met grijs. Denk aan groene daken, groene corridors, en groen om de temperatuur in de stad omlaag te brengen. Fonds Fysieke Leefomgeving zorgt dat zulke kennis er kan komen.”
Hans: “Dat is hard nodig op dit thema, bijvoorbeeld met landelijke richtlijnen. De Programmaraad beslist waaraan de financiële bijdrage ten goede komt. Dat begint met de vraag op welke kennisproducten de doelgroep zit te wachten. Daarvoor zijn criteria nodig. Welke onderwerpen spelen er nu? Waarover is meer kennis en informatie nodig? In de verkenning zetten wij het antwoord op die twee vragen op een rij. We zetten daarbij onze eigen kennis in, die van collega’s én we nemen twaalf interviews af met gemeenten, provincies, Rijkswaterstaat, waterschappen en aannemers.”
In een eerder nieuwsbericht staat een concreet voorbeeld van bermen en oevers. Welke concrete voorbeelden van ‘meekoppelkansen’ kun je nog meer geven?
Ceciel: “Op plekken waar bomen in stedelijk gebied of langs wegen groeien, ontstaan vaak mogelijkheden voor waterberging en waterafvoer. En als je dan ook nog eens de boomwortels voldoende ruimte geeft, ben je extra handig bezig. Want goed groeiende bomen zijn beter voor de biodiversiteit en krijgen grotere en gezondere kronen. Bodemkwaliteit is een onderwerp waar veel winst te behalen is. Hoe stemmen we bodem en beplanting op elkaar af, en hoe verbeteren we tegelijkertijd het waterbergend en waterafvoerend vermogen? Daar is bundeling van kennis en ervaring die Hans benoemt hard nodig. En dat is nu precies waar Fonds Fysiek Leefomgeving aan bijdraagt.”
Hans: “Maaisel afvoeren en verwerken is een ander praktisch voorbeeld. Als je het op korte afstand van de bron kunt composteren of mulchen, ben je heel circulair bezig. En ook contracten opstellen biedt kansen. Zoals materieel inzetten dat een bijdrage levert aan duurzaamheid. Hoe doe je dat? Wat is al mogelijk? Dat is informatie waarnaar we op zoek zijn.”
Wie interviewen jullie en wat valt tot dusver op?
Ceciel: “We hebben medewerkers geïnterviewd van onder andere het ministerie van LNV, de Rijksvastgoeddienst, de ROVA, Krinkels, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, provincie Limburg, Vereniging Stadswerk, de NVRD, de Stichting Groenkeur en de gemeenten Amersfoort, Nederweert, Arnhem en Den Haag.”
Hans: “Wat over de hele linie opvalt, is het enthousiasme en de betrokkenheid van de geïnterviewden. Iedereen is hard bezig met het onderwerp ‘duurzaam groen’, en dat is mooi om te horen. Tegelijkertijd blijkt het voor de meeste mensen lastig om snel goede en betrouwbare informatie te vinden over duurzaam groen, en over de vragen waar ze in de praktijk tegenaan lopen.”
Hoe werken jullie bij de verkenning samen? En met het fonds?
Ceciel: “De interviews doen we grotendeels samen. Dat werkt erg prettig, je pakt toch altijd weer andere zaken op uit een gesprek.”
Hans: “Daarbuiten verdelen we het werk op een handige manier. We zijn namelijk heel verschillend in manier van werken, en zo vullen we elkaar mooi aan.”
Waarom vind je het belangrijk dat het fonds er is en wat is volgens jou de meerwaarde?
Ceciel: “Collectieve kennis is van groot belang in onze vakwereld. We komen verder door kennis en ervaring te bundelen en te delen, zeker gezien de complexe opgaven waarvoor veel beherende organisaties staan.”
Hans: “Ja. Klimaatadaptatie, biodiversiteit, stikstofproblematiek en energietransitie vragen veel denkkracht en slimme, integrale oplossingen. Er is daarom goede praktisch bruikbare informatie nodig, die gemakkelijk te vinden is. Het is goed dat het fonds dat mogelijk helpt te maken via financiële bijdragen.”
Harold Schonewille
06 22 52 61 90
harold.schonewille@fondsfysiekeleefomgeving.nl
Met al uw vragen over Fonds Fysieke Leefomgeving kunt u contact opnemen met Harold. Hij is de programmasecretaris van het fonds. Bekijk eerst de veelgestelde vragen op onze contactpagina.
Regelmatig verstuurt Fonds Fysieke Leefomgeving een nieuwsbrief. Meld u aan en u ontvangt voortaan onze nieuwsbrief in uw inbox.