‘Blijf de samenwerking zoeken, hoe moeilijk het soms ook is’ 

30 december 2021

Ton Hesselmans is sinds 2013 programmasecretaris bij Fonds Fysieke Leefomgeving. Op 1 januari 2022 neemt hij afscheid. In dit interview blikt hij terug op zijn tijd bij het fonds.

    Waarom verlaat je het fonds?
    “Vanaf 2019 heeft het fonds nagedacht over vernieuwing en toekomstbestendigheid. We weten nu welke kant we op willen met onze thema’s, en hoe we dat willen doen. Zowel inhoudelijk als aan de proceskant zijn we op orde. Ook is de koers duidelijk en hoe we naar buiten willen treden. Alles staat in de startblokken. Voor mij is dat een mooi en natuurlijk moment. Ook gezien mijn leeftijd, die over anderhalf jaar pensioengerechtigd is. Mijn werk voor Managing Public Space blijf ik doen. Net als Fonds Fysieke Leefomgeving is deze stichting gelieerd aan CROW. Het is een opleiding aan de Wageningse universiteit met openbare ruimte en infrastructuur als onderwerp. De eerste in zijn soort. Hartstikke leuk om daar, als m’n laatste kunstje, nog aan bij te dragen. Het fonds draag ik met alle vertrouwen over aan Ineke Westerbroek. Zij volgt mij op en ik weet zeker dat zij het succes verder brengt.”

    Hoe kijk je terug op je tijd bij het fonds?
    Met enorm veel plezier. Het is een prachtige eer om dit werk te mogen doen. Ik ben niet zo’n beheertype, meer een ontwikkelaar. Het is de aard van het beestje. Ik geniet van samen kennis ontwikkelen met hart voor de collectiviteit. Ik kijk terug op jaren van prettige samenwerking met de Programmaraad, het zoeken met kennisinstituten zoals CROW en een fijne relatie met de Raad van Toezicht.”

    Wat is je het meest bijgebleven? 
    “De verandering van aanbod- naar vraaggestuurd. Toen ik begon, kwamen er honderden projectvoorstellen binnen die we stuk voor stuk zelf moesten beoordelen. Dat gebeurt nu veel meer in co-creatie met de indieners. Je ziet de overgang die het fonds maakte ook terug in de aard van de projecten. Naast heel technische projecten lopen nu ook meer projecten met een directe link met de samenleving. We zijn dichter bij de leefomgeving komen te staan en dat is een gunstige ontwikkeling.”

    Op welk resultaat ben je trots?
    “Op de samenwerking in het algemeen. Als eerste noem ik de Programmaraad. Af en toe met een stevige dialoog, dat houdt ons scherp! Ook aan de sessie waarin we met samen met leden van de Programmaraad een nieuwe naam bedachten voor het fonds bewaar ik mooie herinneringen. Hetzelfde geldt voor de samenstelling van de Raad van Toezicht. Dat hebben we heel goed gedaan. Tot slot de samenwerking met CROW, vooral in de persoon van Coen van Haasteren. Het was soms een zoektocht. Al zijn we collega’s, je zit soms toch als meneer Van Haasteren en meneer Hesselmans tegenover elkaar. Het maakt het werk voor het fonds leuk en spannend. We zijn allebei in staat geweest de rollen te scheiden. Daar mag Coen even trots op zijn als ik. ”

    Welke ontwikkeling heeft het fonds financieel doorgemaakt?
    “In de sector bestaan weinig kennisproducten en -diensten die niet met geld van het fonds zijn gemaakt. Het Handboek Wegontwerp, de aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom (ASVV), de Kwaliteitscatalogus, assetmanagementproducten… ze zijn allemaal tot stand gekomen met fondsbijdragen. Dat toont de kracht van collectieve kennis aan! We leggen met z’n allen geld in en bepalen samen wat ermee gebeurt. Het is een mooi voorbeeld van een poldermodel. Dat heeft mijn lol altijd gemaakt, ook al zijn wij slechts financier.”

    Waar denk je met het meeste plezier aan terug?
    “De groei van de Programmaraad en hun rol. Eerst was het een commissie van drie. Nu zijn er twaalf leden, met een schat aan expertise. Daarmee is de buitenwereld meer naar binnen gekomen en staan we veel meer midden in het veld. Zo kunnen we samen beter bepalen wat er waar nodig is aan kennis, en welke kennisprojecten we gaan financieren. De raad kan zich nu beter concentreren op de ‘wat’, over het ‘hoe’ gaan we in gesprek met CROW als hoofdaannemer van het fonds. Nieuw vergeleken met mijn begintijd is ook het koersdocument. Daarmee staan we nog sterker en komen we nog dichter bij de grote thema’s van deze tijd.”

     Ik geniet van samen kennis ontwikkelen met hart voor de collectiviteit.

      Wat was voor jou een hoogtepunt bij het fonds?
      “Dat was de ontdekking dat het fonds tóch het verschil kan maken. Door sneller op de actualiteit te zitten. En door beter in te zetten op implementatie van kennisproducten. De brainstormbijeenkomst in juni 2019 staat mij nog helder voor de geest. We waren met de Programmaraad op zoek naar de volgende stap. We stonden wat te praten en te schetsen, het was allemaal lekker informeel en rommelig. Opeens springt er iemand op en begint een schema te tekenen. Van bestaande kennis en complexiteit, naar nieuwe kennis en ‘ervaren complexiteit’. Je zag de vonk overspringen naar iedereen: dat willen we! Dáárin willen we investeren zodat beheerders hun werk goed kunnen doen. Dat is immers onze kernactiviteit.”

      Hoe kijk je aan tegen de nieuwe naam van het fonds?
      “De veranderingen en ontwikkelingen die ik in de afgelopen jaar heb meegemaakt, hebben geleid tot de nieuwe naam. Heel leuk is dat gegaan. Met leden van de Programmaraad hebben we een middag nagedacht over een nieuwe naam. Van alles kwam langs: gekke, afwijkende, abstracte namen. We stemden op elkaars vondsten. Na rijp beraad was de favoriet uiteindelijk ‘Fonds Fysieke Leefomgeving’. Er waren in eerste instantie wat twijfels – kan het niet ‘spannender? – maar ik sta er nu volledig achter. Het is een naam die dicht bij de aard van het fonds staat en samen met het nieuwe logo zowel de link met de leefomgeving als de menselijke maat weergeeft.”

      Heb je nog tips?
      “Zorg dat wat je doet véél duidelijker en bekender wordt. Want je hebt het draagvlak kneiterhard nodig om de afdrachten aan het fonds op peil te houden. Veel werkende mensen in onze sector zijn op leeftijd, gaan weg. Anderen moeten van ons bestaan weten. Anders gaat de collectieve kennis verloren. Een nieuwe doelgroep aanspreken is van cruciaal belang.” 

      Hoe verwacht je dat het fonds zich gaat ontwikkelen in de komende jaren?
      “Ik denk dat het gaat groeien. In de Programmaraad gaan we naast de broodnodige generieke kennis meer werken met specialismen, bijvoorbeeld duurzaamheid, data en klimaat. Het belang van collectieve kennis wordt steeds groter. Collectieve kennisontwikkeling wordt steeds belangrijker. Ik verwacht in de samenleving in het algemeen een grotere rol van de overheid, het regeerakkoord wijst die kant op. Collectieve kennis op het gebied van openbare ruimte en infrastructuur past daar uitstekend in. Het fonds zal bekender worden en een stevige financiële basis krijgen voor kennisontwikkeling en -implementatie. De actuele transities in de samenleving, de maatschappelijke opgave en de vraagstukken van alledag, vragen veel van de beheerwereld. Nieuwe kennis en de doorontwikkeling van bestaande kennis én een goede groep professionals zijn van wezenlijk belang voor onze toekomst. Het fonds kan daarin een behoorlijke rol spelen.”

      Heb je nog een laatste oproep?
      “Blijf de samenwerking zoeken, blijf die vernieuwen en verfrissen hoe moeilijk het soms ook is. Dat is m’n hartenkreet. Misschien een open deur en op zich niet vernieuwend, maar o zo belangrijk!”

      Hebt u vragen over de projecten van Fonds Fysieke Leefomgeving? Wilt u bijdragen, een projectidee inbrengen of hebt u belangstelling voor samenwerking?

      Neem dan contact op met Harold Schonewille, programmasecretaris van Fonds Fysieke Leefomgeving.

      Contact

      Fonds Fysieke Leefomgeving
      Horaplantsoen 18
      6717 LT Ede

      06 22 52 61 90 | (0318) 695 322 
      harold.schonewille@fondsfysiekeleefomgeving.nl

      Aanmelden voor onze nieuwsbrief